PPI geen melkoe
8 juli 2011
Een omschakeling naar een beschikbare premieregeling lijkt wellicht op het eerste gezicht nadelig zoals de heer Beszelsen schrijft in zijn artikel “PPI pensioen nieuwe melkkoe”, echter na het aanbrengen van nuance wordt duidelijk dat een PPI een oplossing is in plaats van een nieuw probleem.
Van een PPI als melkkoe is geen sprake, in tegenstelling tot hetgeen de heer Beszelsen beweert. Zo rekent BeFrank per deelnemer ongeveer de helft van de kosten die pensioenfondsen en -verzekeraars in rekening brengen. Ook de kosten van beleggen houdt BeFrank laag. BeFrank kent geen distributievergoeding en kickback fee. Daarbij zijn de fondskosten 0,56% en zelfs maar 0,19% voor het indexbeleggen, waar traditionele partijen kosten in rekening brengen van 1% tot 1,5%. Lagere kosten betekent een hogere pensioeninleg, voordelig voor de werknemer dus.
Daarbij maakt de heer Beszelsen zich zorgen over de deelnemers, omdat een PPI minder strenge eisen krijgt opgelegd door de toezichthouders. De reden van de minder strenge eisen is dat de PPI geen risico’s mag verzekeren, zoals arbeidsongeschiktheid of nabestaandenpensioen. Ofwel: deze verzekeringen moeten bij een verzekeraar worden ondergebracht. Een PPI hoeft daarom voor deze risico’s niet getoetst te worden vanuit de toezichthouder. Niet meer dan logisch.
De werkgever kan kiezen of BeFrank alleen de vermogensopbouw van het pensioen verzorgt of dat BeFrank ook de verzekeringen aanbiedt. De risico’s worden in dat geval ondergebracht bij Delta Lloyd en BeFrank blijft te allen tijde het enige aanspreekpunt. Dat is wel zo handig. De verzekerde aanspraken zijn gegarandeerd zodat een deelnemer vooraf precies weet wat er verwacht kan worden in geval er sprake is van arbeidsongeschiktheid of overlijden.
De werknemers lopen inderdaad beleggingsrisico. Dat een werknemer beleggingsrisico loopt is alleen niets nieuws. Bij uitkeringsregelingen wordt er niet geïndexeerd als de beleggingsresultaten tegenvallen of wordt er zelfs afgestempeld als de dekkingsgraad onder het wenselijke niveau komt. De deelnemer heeft dus altijd al risico gelopen, maar wist dit niet. BeFrank is eerlijk en transparant. De werknemers lopen een beleggingsrisico en juist daarom geeft BeFrank de deelnemers inzicht in deze risico’s en mogen deelnemers zelf beleggen. Bij het bereiken van de pensioendatum kan er een pensioenuitkering worden aangekocht bij een verzekeraar. Bij welke verzekeraar de pensioenuitkering wordt aangekocht mag de deelnemer zelf kiezen.
De hoogte van het pensioen hangt af van de beurskoersen en de rentestand op de pensioendatum. Om ongewenste risico’s die dit met zich meebrengt op te vangen wordt er bij BeFrank belegd volgens het Lifecycle-principe en gebruik gemaakt van pensioenstabilisatiefondsen. Pensioenstabilisatiefondsen neutraliseren grotendeels het renterisico. Het Lifecycle-principe werkt als volgt: Naarmate de pensioenleeftijd dichterbij komt belegt BeFrank pensioenpremie minder risicovol. Er wordt dan minder in aandelen en onroerend goed belegd en meer in obligaties. Door aan het begin meer risico te nemen heeft de deelnemer kans op een goed rendement. Vervolgens bouwen we de risico’s op een verstandige manier af. Hiermee zorgt BeFrank ervoor dat er steeds meer zekerheid komt in de uiteindelijke omvang van het pensioen. De risicoafbouw doet BeFrank geleidelijk, zodat niet het risico wordt gelopen dat in één keer al de aandelen worden verkocht tegen een ongunstige koers.
Van een pakhuis vol onzekerheden lijkt me zeker geen sprake en ook van een melkkoe niet. Enige nuance in de discussie is dus op zijn plaats.