Menu

Duurzaam beheerde lifecycle

Inhoud van deze pagina

  1. Samenvatting
  2. Geen duurzame beleggingsdoelstelling
  3. Ecologische of sociale kenmerken van het financiële product
  4. Beleggingsstrategie
  5. Aandeel beleggingen
  6. Monitoring van ecologische of sociale kenmerken
  7. Methodologieën van ecologische of sociale kenmerken
  8. Databronnen en -verwerking
  9. Methodologische en databeperkingen
  10. Due dilligence
  11. Engagementbeleid

Informatie van dit product volgens het model van de SFDR (PDF)

1. Samenvatting

De duurzaam beheerde lifecycle heeft geen duurzame beleggingsdoelstelling maar promoot wel ecologische of sociale kenmerken. 90% van de beleggingen in dit product is afgestemd op de ecologische en sociale kenmerken die worden gepromoot. Het bevat een minimumaandeel van 80% duurzame beleggingen. Bij de duurzame beleggingen wordt rekening gehouden met de belangrijkste indicatoren voor ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren. Deze indicatoren worden meegenomen door middel van een ‘geen ernstige afbreuk doen aan’ beoordeling bij de vaststelling van duurzame beleggingen.

De duurzaam beheerde lifecycle promoot ecologische en sociale kenmerken door:

  • Beperkingen voor beleggingen te hanteren op het gebied van controversiële activiteiten en/of controversieel gedrag;
  • Regels op het gebied van goed bestuur, het eerbiedigen van mensenrechten en arbeidsrechten, milieubescherming en het bestrijden van omkoping en corruptie na te leven;
  • Het doen van duurzame beleggingen die bijdragen een een milieu- of maatschappelijke doelstelling op basis van de product- of operationele bijdrage.

Dit financiële product is een lifecycle. Er vindt automatisch afbouw van beleggingsrisico en renterisico plaats naarmate de pensioenleeftijd dichterbij komt. In de lifecycle wordt gespreid belegd zowel tussen als binnen verschillende asset categorieën. Door actieve keuzes te maken verwacht de beheerder van de beleggingen binnen dit product een beter resultaat te halen dan de benchmark.
Om de sociale en/of ecologische kenmerken die worden gepromoot te realiseren, passen we het volgende toe:

  • Normenkader verantwoord beleggen: Dit zijn beperkingen op het gebied van beleggingen in (controversiële) wapens, tabak, fossiele brandstoffen en schendingen van internationale normen
  • ESG-Integratie: Bij het beoordelen van instellingen op basis van kwantitatieve en fundamentele analyse worden ESG-criteria structureel meegenomen
  • Actief eigenaarschap: Met stemmen wordt invloed uitgeoefend op het beleid van een onderneming en wordt het bestuur van een onderneming ter verantwoording geroepen om bij besluitvorming ook rekening te houden met sociale aspecten en milieuoverwegingen. Met engagement worden instellingen aangemoedigd om ESG-kwesties aan te pakken en positieve veranderingen door te voeren.
  • SFDR classificatie: We streven er naar uitsluitend te beleggen in onderliggende fondsen die ecologische en/of sociale kenmerken promoten of een duurzame beleggingsdoelstelling hebben

Er is een beoordelingsbeleid van toepassing voor praktijken op het gebied van goed bestuur van de ondernemingen waarin is belegd. Dit is erop gericht om ondernemingen die worden aangemerkt als zijnde ondernemingen die de beginselen van het Global Compact van de Verenigde Naties (UNGC), de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen en de VN-richtlijnen inzake het bedrijfsleven en mensenrechten schenden, alsmede ondernemingen met hoge controverse-scores (waaronder belangrijke controverses op het gebied van governance, arbeidsrechten en naleving van belastingwetgeving), te identificeren en uit te sluiten voor belegging binnen dit product.

Monitoring van de ecologische en sociale kenmerken vindt plaats door screening van in aankering komende beleggingen vooraf op normatieve criteria, en regelmatige screening van de portefeuille daarop. Over screening, voting en engagement vindt rapportage plaats door de asset manager.

Wij selecteren vermogensbeheerders die aantoonbaar een engagementbeleid voeren en hierover rapporteren. Het engagement beleid moet voldoen aan eisen zoals methoden, doelen, stappenplannen en transparantie.

Naar inhoudsopgave

2. Geen duurzame beleggingsdoelstelling

Dit financiële product promoot ecologische of sociale kenmerken, maar heeft geen duurzame beleggingsdoelstelling. Hoewel het product geen duurzame beleggingsdoelstelling heeft, zal het wel een minimumaandeel duurzame beleggingen bevatten van 80%.

Dit product houdt rekening met de belangrijkste indicatoren voor ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren voor alle milieu- en maatschappelijke pijlers. De belangrijkste ongunstige effecten (PAI Indicators) worden meegenomen door de toepassing van een ‘geen ernstige afbreuk doen aan’ beoordeling bij de vaststelling van duurzame beleggingen, en ook kwalitatief via de beleggingsbenadering binnen dit product.

Binnen de beleggingen in dit product worden instellingen geïdentificeerd die handelingen verrichten die niet beschouwd worden als in overeenstemming met wereldwijde normen. Na deze beoordeling worden alle instellingen die worden geacht deze wereldwijde normen te schenden (waaronder de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen en de UN Guiding Principles on Business and Human Rights and Global Compact) uitgesloten van kwalificatie als duurzame belegging.

Naar inhoudsopgave

3. Ecologische of sociale kenmerken van het financiële product

Dit financiële product promoot de volgende ecologische en/of sociale kenmerken door:

  • Beperkingen voor beleggingen te hanteren op het gebied van controversiële activiteiten en/of controversieel gedrag. Voor de selectie van beleggingen hebben we een normenkader vastgesteld voor verantwoord beleggen. Dit houdt in dat er beperkingen van toepasing zijn op het gebied van beleggingen in wapens, tabak, fossiele brandstoffen en controversieel gedrag van uitgevende instellingen. Er zijn tevens beperkingen van toepassing op gebied van alcohol, conflictmineralen, sex industrie, dierproeven, intensieve veehouderij, dierenwelzijn, visserij, bont en leer, biodiversiteit, ontbossing, genetische modificatie en gevaarlijke stoffen.
  • Regels op het gebied van goed bestuur, het eerbiedigen van mensenrechten en arbeidsrechten, milieubescherming en het bestrijden van omkoping en corruptie na te leven. Voor de selectie van beleggingen wordt beoordeeld in welke mate uitgevende instellingen handelen in overeenstemming met relevante wetgeving en internationaal erkende normen, waaronder: De OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen, de UN Guiding Principles on Business and Human Rights and UN Global Compact.
  • In dit product wordt voor een deel gebruik gemaakt van Triodos beleggingsfondsen. De beleggingen binnen deze fondsen dragen positief bij aan tenminste een van de geformuleerde duurzame transitiethema’s. Dit zijn:
  • duurzaam voedsel en landbouw
  • duurzame mobiliteit en infrastructuur
  • hernieuwbare grondstoffen
  • circulaire economie
  • welvarende en gezonde mensen
  • duurzame innovatie
  • sociale inclusie

Er is geen referentiebenchmark aangewezen voor het verwezenlijken van de genoemde doelstellingen.

Naar inhoudsopgave

4. Beleggingsstrategie

Dit financiële product is een lifecycle. Er vindt automatisch afbouw van beleggingsrisico en renterisico plaats naarmate de pensioenleeftijd dichterbij komt. In de lifecycle wordt gespreid belegd zowel tussen als binnen verschillende asset categorieën.
Het product bestaat uit voornamelijk uit actief beheerde beleggingen. We streven naar een zo duurzaam mogelijke invulling van de beleggingen waarbij grotere afwijking van de reguliere index is toegestaan. We streven met behulp van uitsluitingen of overwegingen naar een sterk duurzame invulling van de beleggingsportefeuille.

Om de sociale en/of ecologische kenmerken die worden gepromoot te realiseren, passen we regels, beperkingen en doelstelling toe die hierboven beschreven staan onder ‘3. Ecologische of sociale kenmerken van het financiele product’

Het beoordelingsbeleid voor praktijken op het gebied van goed bestuur van de ondernemingen waarin is belegd

Het beoordelingsbeleid is erop gericht om ondernemingen die door externe gegevensverstrekkers zijn aangemerkt als zijnde ondernemingen die de beginselen van het Global Compact van de Verenigde Naties (UNGC), de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen en de VN-richtlijnen inzake het bedrijfsleven en mensenrechten schenden, alsmede ondernemingen met hoge controverse-scores (waaronder belangrijke controverses op het gebied van governance, arbeidsrechten en naleving van belastingwetgeving), te identificeren, te bestuderen, te evalueren en te volgen. Na het bestuderen van deze externe gegevens worden ondernemingen waar sprake is van een aanhoudende en ernstige overtreding en/of die geacht worden geen goede bestuurspraktijken te hanteren, en onvoldoende initiatief aan de dag leggen om dit te herstellen, uitgesloten van dit product.

Naar inhoudsopgave

5. Aandeel beleggingen

Het deel van de beleggingen in de lifecycle dat is afgestemd op de ecologische en sociale kenmerken die worden gepromoot is 90%. De overige 10% is daar niet op afgestemd.
80% van de beleggingen geldt als duurzame belegging. Er zijn geen beleggingen afgestemd op de EU Taxonomy.

Het aandeel duurzame beleggingen in dit product wordt gemeten naar het totaal belegd vermogen van alle beleggers in dit product. Omdat het product een lifecycle belegging betreft is de verdeling over de verschillende beleggingen binnen dit product verschillend per leeftijdscategorie. Het aandeel duurzame beleggingen wordt voor een individuele belegger lager naarmate de pensioenleeftijd dichterbij is, en kan 0% worden.

Naar inhoudsopgave

6. Monitoring van ecologische of sociale kenmerken

Om de binnen de lifecycle gepromote ecologische of sociale kenmerken te realiseren worden normatieve criteria voor verantwoord beleggen, een positieve bijdrage aan transitiethema’s en wordt actief eigenaarschap toegepast. In aanmerking komende beleggingen in de lifecycle worden op dat moment gescreend op de normatieve criteria.
De vermogensbeheerder hanteert een systematische aanpak om te controleren of de beleggingen blijven voldoen aan de ecologische of sociale kenmerken. De vermogensbeheerder kan hier gegevens van externe verstrekkers voor gebruiken.

De vermogensbeheerder rapporteert over de toepassing van de normatieve criteria aan BeFrank door opgave van het aantal uitgesloten uitgevende instellingen op basis van de verschillende uitsluitingsgronden. De vermogensbeheerder rapporteert ook het percentage duurzame beleggingen. Over de uitgevoerde voting en engagement wordt daarnaast door de vermogensbeheerder aan BeFrank en publiekelijk gerapporteerd.

Naar inhoudsopgave

7. Methodologieën van ecologische of sociale kenmerken

De vermogensbeheerder gebruikt verschillende methoden om ESG-overwegingen in te passen in de selectie van beleggingen:

  • Voor het toepassen van het normenkader verantwoord beleggen worden in aanmerking komende beleggingen vooraf gescreend op basis van een uitsluitingenlijst. Deze lijst bestaat uit instellingen die zich niet houden aan de normatieve criteria van het verantwoord beleggen beleid.
  • Voor het bepalen of een onderneming in aanmerking komt voor belegging wordt beoordeeld of er sprake is van een positieve bijdrage aan een van de transitiethema’s.

Naar inhoudsopgave

8. Databronnen en -verwerking

De vermogensbeheerder maakt gebruik van externe databronnen als aanvulling op intern onderzoek naar milieu- en/of sociale kenmerken. Hiervoor wordt gebruikt van meerdere externe leveranciers en van publieke informatie beschikbaar die beschikbaar is via webpaginas’s (zoals van de Verenigde Naties).

Naar inhoudsopgave

9. Methodologische en databeperkingen

De onderstaande databeperkingen worden onderkend:

  • Beschikbare gegevens zijn van nature van terugblikkende aard en komen met vertraging beschikbaar. Dit betekent dat de gegevens die op enig moment beschikbaar zijn, geen afspiegeling zijn van de meest recente beschikbare gegevens.
  • Mogelijk ontbreekt op punten data van specifieke bedrijven of op specifieke onderdelen. De data aanvulling of verbetering is afhankelijk van de beschikbaarheid van data van gelijksoortige bedrijven.
  • Er bestaat er een potentieel risico om alleen te vertrouwen op databronnen van derden en het risico dat verkeerde gegevens worden verstrekt.
  • Er zijn verschillende ESG-kwesties die worden beschouwd als een weerspiegeling van de ESG-prestaties van een instelling, maar die zijn niet altijd allemaal even relevant voor elke sector en bovendien, ook al zijn ze relevant, misschien niet altijd van materieel belang voor de ESG-prestaties van een bepaalde instelling.

Vanwege deze beperkingen, worden gegevensproviders zorgvuldig geselecteerd met gerenommeerde referenties, die algemeen worden erkend in de branche voor hun expertise en geloofwaardigheid. Daarnaast worden meerdere gegevensbronnen toegepast om de afhankelijkheid te beperken tot één gegevensprovider. De vermogensbeheerder voert ook interne analyses uit over de kwaliteit en dekking van de data. Als laatste worden de ESG-prestaties van een instelling ook nog door de analisten van de vermogensbeheerder zelf op materialiteit beoordeeld.

Naar inhoudsopgave

10. Due dilligence

Het integreren en beheren van duurzaamheidsrisico’s en -kansen maakt standaard onderdeel uit van het due dilligence-proces van de vermogensbeheerder. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de beleggingsteams (eerste lijn) van de verschillende fondsen. Risicomanagement (tweede lijn) heeft de verantwoordelijkheid om de geïdentificeerde duurzaamheidsrisico’s te beheren door middel van toezicht en in te grijpen bij de eerste lijn als duurzaamheidsrisiconiveaus en/of specifieke statistieken hun vooraf gedefinieerde drempels verschrijden.
De vermogensbeheerder maakt daarnaast gebruik van interne monitoringsystemen om de beleggingen te controleren aan de hand van richtlijnen die zijn opgesteld om naleving van duurzaamheidsindicatoren te waarborgen.

Naar inhoudsopgave

11. Engagementbeleid

Wij vinden actief aandeelhouderschap belangrijk en een belangrijk onderdeel daarvan is het voeren van engagement met ondernemingen. We hebben de overtuiging dat het voeren van een actieve dialoog ertoe kan bijdragen dat de instellingen waarin we beleggen hun gedrag en activiteiten verder verduurzamen, waardoor uiteindelijk hun resultaten op zowel economisch als maatschappelijk vlak verbeteren. Engagement heeft ook tot doel om schendingen van maatschappelijke normen (controversiële activiteiten) te beëindigen. Het voeren van een actieve dialoog speelt een belangrijke rol bij het beperken van duurzaamheidsrisico’s. Wij selecteren vermogensbeheerders die aantoonbaar een engagementbeleid voeren en hierover rapporteren. Het engagement beleid moet voldoen aan eisen zoals methoden, doelen, stappenplannen en transparantie.

Wij hechten er waarde aan dat bij het voeren van dialogen internationaal aanvaarde gedragsnormen voor bedrijven worden gevolgd: de richtlijnen/principes die zijn ontwikkeld door de Verenigde Naties, het International Corporate Governance Network (ICGN) en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Wij vinden het daarnaast belangrijk dat op specifieke aandachtsgebieden die hier vanwege omvang om vragen, zoals klimaat en de olie- en gassector, wordt samengewerkt met andere investeerders om maximale invloed te bereiken en middelen en expertise te bundelen.

Naar inhoudsopgave